4 gedragsreacties van bange kinderen

“Ja, we gaan vandaag zeker even bellen blazen, jij bepaalt wanneer”. Ze keek me aan met de angst in haar ogen, maar ging het toch proberen! Na snel een belletje geblazen te hebben ging ze weer vlug met haar mond uit het water en trok daar een enorm vies gezicht bij. Ik moest lachen en om de spanning er een beetje af te halen vroeg ik: “heb je poep gegeten?” Dit woord doet het altijd goed bij kleuters en spontaan moest zij ook lachen.

Er zijn verschillende manieren waarop een kind zich kan gedragen als hij of zij bang is voor water. Vandaag zal ik er 4 uitlichten. We komen ze allemaal wel tegen bij ons in de zwemlessen.

  1. Vermijdingsgedrag: Kinderen die bang zijn voor water kunnen proberen situaties te vermijden die ze niet durven te doen. Bij de zwemles zie je dit bijvoorbeeld vaak terug als kinderen steeds maar weer andere kinderen voor laten bij een oefening. Helaas voor hen zijn wij er natuurlijk op getraind om elk kind in de gaten te houden en zullen we deze kinderen ook gewoon aan het werk zetten wanneer ze aan de beurt zijn.
  2. Terughoudendheid: Kinderen kunnen terughoudend zijn om nieuwe dingen te proberen. Dit kan ertoe leiden dat ze zich terugtrekken in hun comfortzone en nieuwe ervaringen vermijden. Deze kinderen zullen in de zwemlessen terug gaan naar hetgeen ze al wel durven. Durven ze wel op de buik te zwemmen en niet op de rug, dan draaien ze al snel terug naar de buik. Volhouden dus en erbij blijven staan in dit soort gevallen.
  3. Overmatige afhankelijkheid: deze kinderen kunnen proberen om bij volwassenen (de zweminstructeur) te blijven of vast te houden aan hen voor veiligheid en comfort, in plaats van hun eigen onafhankelijkheid te ontwikkelen. Dit zijn de zogenaamde “plak”kinderen. Die blijven je vasthouden, ook al kunnen ze het best wel alleen. Vanwege de angst hebben ze dat niet in de gaten en dien jij ze veiligheid te bieden, niet forceren dus, maar stapje voor stapje laten merken dat ze het echt wel zonder jouw hulp kunnen.
  4. Angstig gedrag: hieronder verstaan we huilen, schreeuwen, of zelfs woede-uitbarstingen. Dit is voor een zweminstructeur altijd het lastigste om mee om te gaan en dit vergt heel veel geduld! Ook hier zul je stapje voor stapje met een kind mee moeten gaan. Zorg er vooral voor dat ze zich gehoord voelen, ga niet terug schreeuwen bijvoorbeeld, maar ga juist op een zachte en beheerste toon praten. Stel ze eerst gerust en probeer ontspanning te creëren met je woorden en daden. Straal zelf rust en vertrouwen uit en leg goed uit wat je gaat doen. Gaan ze daardoor al huilen, vraag dan wat zij willen doen. Leg het bij het kind neer dus, je zult zien dat je dan toch ergens gaat komen.

De kernwoorden bij al deze reacties zijn geduld en vertrouwen. Met deze kinderen dien je heel geduldig te zijn en je zult hen vertrouwen moeten geven, maar zij zullen allereerst jou moeten vertrouwen. Bouw die band dus goed op en doe geen onverwachte dingen, kijk goed en voel aan tot waar je kunt gaan. Dit vergt ook veel geduld van de ouders, want deze kinderen gaan uiteraard wat langer over de zwemles doen. Alhoewel ik ook wel eens mee heb gemaakt dat wanneer deze kinderen over de angst heen zijn, ze ineens tot heel veel in staat zijn.