
10 jun Zwemplezier of zwemdiscipline?
Het is weer zo’n week waarin ik wat vaker aan de badrand sta en vaker zelf lesgeef, vanwege ziekte en vakantiegangers. Voor ik aan een les begin, kijk ik altijd even of er bijzonderheden zijn bij de kinderen die ik ga lesgeven. Deze informatie wordt bijgehouden in ons online systeem. De een noteert wat consequenter dan de ander, maar meestal is er wel iets waardevols terug te vinden. Ik vind het fijn om te weten dat Jantje nog wat bang is in het water en dat Keesje erg druk kan zijn.
Wat ik ook regelmatig tegenkom, is deze opmerking: “Houd Pietje en Klaasje uit elkaar in de les!”
Hmmm… Dat vind ik altijd een lastige. Natuurlijk begrijp ik wat ermee bedoeld wordt: ze hebben het waarschijnlijk zó leuk samen dat ze daardoor niet voldoende meedoen. Maar als ik ze uit elkaar haal, is het plezier er misschien ook vanaf. En als ze minder plezier beleven, vinden ze zwemles dan nog wel leuk?
Ik weet dat ik hiermee een gevoelig onderwerp aansnij en ik besef heel goed dat dit mijn beleving is. Iedereen mag daar zijn of haar eigen mening over hebben. Maar ik vind het belangrijk dat kinderen plezier hebben tijdens de zwemles. Wat zie ik dan bij die kinderen?
- Een lach op hun gezicht
- Geen geklaag of gezucht (“Is het al tijd…?”)
- Ze zijn met z’n tweeën actief bezig in plaats van zich te vervelen (of anderen te vervelen)
- Ze zijn soms met iets anders bezig dan de bedoeling was, maar hé: ze zijn aan het zwemmen!
- Ze maken plezier met elkaar – wie kan daar nou op tegen zijn?
- Ze vertrouwen elkaar
Natuurlijk weet ik ook dat sommige kinderen elkaar kunnen versterken op een manier die lastig is voor jou als zwemonderwijzer. Maar wat als je er eens anders naar kijkt? Kijk nog eens naar het lijstje hierboven. Bekijk het niet als:
- “Ze doen weer iets anders dan wat ik heb uitgelegd.”
- “Ze zijn elkaar aan het opjutten en letten niet op.”
- “Nu is het klaar, ik haal jullie uit elkaar!”
Want dan zijn er drie mensen boos: de zwemonderwijzer en de twee kinderen. En de vraag is of ze daarna wél gaan doen wat je van ze vraagt. Sommige kinderen blijven hangen in hun boosheid en sluiten zich af.
Als het echt de spuigaten uitloopt (en dan moet je het bij mij wel héél bont maken), probeer ik het eerst luchtig op te lossen met een grapje. Bijvoorbeeld:
- “Hebben jullie een gezellig theekransje, dames?” (als er vooral veel gekletst wordt)
- “Wie heeft deze wedstrijd gewonnen? En ga jij nu even je best doen om van hem te winnen?” (als jongens meer met elkaar bezig zijn dan met de oefening)
Eerlijk is eerlijk: ik hou van een beetje chaos en ongestructureerd lesgeven. Daar ga ik goed op. Maar ik weet ook dat veel collega’s daar juist gestrest van raken. Bij mij mogen kinderen druk zijn, ik gebruik dat juist in mijn voordeel. En ik zie terug dat het werkt: kinderen stappen met een glimlach het water in én uit, niemand vraagt wanneer de les voorbij is en velen zijn verbaasd dat het al tijd is.
En ja, ze leren bij mij gewoon zwemmen hoor. Ik laat ze niet zomaar wat doen, want ik ben stiekem natuurlijk ook gestructureerd. Maar ik dans met de kinderen mee. Door de choreografie een beetje aan te passen, kom ik precies waar ik moet zijn, mét plezier van de kinderen én, minstens zo belangrijk, met plezier voor mezelf.
Want zonder plezier bij mezelf zou ik dit werk niet volhouden… 😉