02 dec De grote strijd om de Heilige plek
In De Spettervallei kun je blindelings door het zwembad lopen en precies aanwijzen wie waar aan het zwemmen is.
Niet omdat het zo moet, maar omdat bezoekers dat zelf al jarenlang zo doen.
Want één ding staat vast: het zijn gewoontedieren en niet een beetje ook.
De ochtendbende in het multifunctionele bad
Sommige ochtenden beginnen hetzelfde: drie vaste bezoekers komen binnen, knikken elkaar toe en lopen naar… jawel, hún banen.
Alle drie naast elkaar. De rest van het bad? Leeg. Volledig leeg.
Een binnenzee van mogelijkheden… maar nee hoor, deze drie kiezen ervoor om pontificaal naast elkaar te zwemmen.
En waarom?
Zodat ze de eerste 20 minuten, wanneer het nog heerlijk rustig is, hun territorium kunnen claimen.
Net op tijd, want daarna wordt het wat drukker. En dan, precies als het water vol begint te lopen, stappen ze eruit.
Mét een voldaan gevoel, want hun plek was weer veiliggesteld.
Het drama van het wedstrijdbad
Dan het wedstrijdbad. Een nieuweling komt binnen. Onschuldig. Enthousiast. En totaal onbekend met de ongeschreven regels van De Spettervallei.
Ze zoekt een lege baan, ziet een plekje en plonst erin.
Bezoekers zouden blij moeten zijn dat er iemand sportief begint…
Maar helaas: ze is precies in de baan gesprongen van iemand die daar altijd zwemt. Elke dag.
Het gezicht van de vaste zwemmer vertrekt. “Nu moet ik gaan cirkelen?!”, staat er geschreven. En wie krijgt de schuld?
Juist: de toezichthouder, die een blik krijgt die alles zegt:
“Doe er wat aan. Haal die indringer weg.”
Wanneer dat niet gebeurt, begint fase twee van de strategie: irritant zwemmen.
Iets te dicht passeren, bochtjes nét te krap, voeten nét te hard bewegen… De boodschap is duidelijk.
Binnen enkele minuten geeft de nieuwkomer op en zoekt een andere baan.
En de vaste zwemmer? Die glimlacht. Vrede is hersteld.
Beweeglessen: De Onzichtbare Stip
En dan de beweeglessen. Het lijkt alsof elke deelnemer een onzichtbare cirkel bezit, een persoonlijke eilandplek op de bodem. Vraag eens iemand om op een andere plek te gaan staan? Onmogelijk.
Die plek is van hen. Ze hebben er waarschijnlijk ooit een symbolische vlag geplant.
Maar… er komen soms nieuwelingen. En dan ontstaat het probleem:
Waar moeten we die nu weer kwijt?
Gelukkig gaat het tijdens de lessen vaak iets soepeler dan bij het banen zwemmen.
De deelnemers schuiven wat op, mompelen zachtjes, kijken even om zich heen…
En binnen twee minuten staat iedereen weer op een logische plek.
En de nieuweling? Die heeft, zonder dat ze het doorhad, waarschijnlijk iemand anders’ heilige stip ingenomen.
Maar ach, in De Spettervallei went alles. Zelfs nieuwe buren.
Conclusie?
Of je nu zwemt, jogt, drijft of spettert:
In het zwembad heeft iedereen zijn eigen plek.
En die plek is heilig.
Zó heilig dat je soms bijna vergeet dat water eigenlijk bedoeld is om in te bewegen… niet om territorium mee af te bakenen.